Artikelindex
Verschenen op 22/08/1980
1940: oorlog!
Oorlog!… Sinaai betreurt slechts één gesneuvelde, maar welk één… de onderpastoor en ondervoorzitter van het Davidsfonds, E.H Petrus van de Velde. We mogen niet nalaten hier welgemeend hulde te brengen aan de rusteloze medewerker die deze priester-volksvriend is geweest. Men beweert dat –toen hij opgeroepen werd op 10 mei 1940 – hij zijn leven aan de Heer van Leven en Dood zou hebben aangeboden om dat van de vele en gemobiliseerde jonge vaders en grote zonen van de Sinaaise gemeenschap te vrijwaren.
E.H Gelleit, de lange vliegende en zingende Hollander, volgde E.H. van de Velde op.
Men vermeldt bij het Davidsfonds in 1940 vijf grote prestaties, waaronder de opvoering van “De Priester” en een Verriestavond, beide op eigen kracht. Gedurende de eerste maanden van dit jaar ging de Milac-actie ten gunste van de eigen jongens te velde verder: men stuurde opbeuringbrieven, boeken en briefpapier. In het najaar werd een sectie Heemkunde gesticht. Deze sectie vergaderde regelmatig en bracht hulde aan de jonge onderwijzer Remi de Caluwé voor het vervaardigen van een reliëfkaart van Sinaai.
1941 brengt moeilijkheden in het contact met Zeeuws-Vlaanderen. Door de moeilijke oorlogsomstandigheden vallen er 25 leden weg. Nochtans blijft de werking in Sinaai intens verder lopen. Drie uitstappen, waaronder een fietsuitstap naar Deinze en naar de Leieboorden, en een conferentie door professor De Waele over de parochiekerk van Sinaai waren de hoogtepunten. Het oorlogsjaar bij uitstek was nochtans 1942. Met 224 leden werden zes toneelavonden op eigen kracht gegeven. Het jonge volk zette zich van dan af flink in, met het gekende resultaat. Wijlen de heer Jozef Verschelden noteerde hierbij:” Hoe was dat alles mogelijk? Door het “inspannen” van acht jonge, flinke wijkmeesters, met name de heren Remi de Caluwé, Werner Huys, Edmond Laceur, Raymond Maes, Leo Roels, Marcel Thuysbaert, Clément Vermaere en Henri Willems. Zij wierven leden aan. Zij hielpen bij de bibliotheek en vooral deden zij aan toneel. Dé gebeurtenis van het jaar was de opvoering van Verschaeves “Verbist”. Wanneer ik mij herinner hoe de jeugdige overmoed van deze jonge kerels aanstekelijk werkte op mijn –in hun ogen!- oude gemoed, wanneer ik ook bedenk hoeveel kopbrekens en redetwisten mij de medewerking van deze ijverzuchtige zeloten bezorgden, dan kan ik hen nu nog niet voldoende bedanken voor de kostbare hulp die zij mij verleenden.”
De afdeling kaapte de heemkundige prijs van het Davidsfonds weg met het werkje van prof. De Waele over de meesterwerken in de Sinaaikerk. Voor deze bekroning werd de auteur gehuldigd op 20 maart 1942. In dat jaar rouwde Sinaai nogmaals. Op 14 juni overleed burgemeester Achiel Schelfaut, bestuurslid van de afdeling. Deze man schonk op zijn sterfbed 5.000 frank aan het plaatselijk Davidsfonds. Hij werd opgevolgd door zijn zoon André Schelfaut, die steeds belangstellend de werking van de afdeling volgde.
1943. Wie herinnert zich niet de vier geestelijke voordrachten in de kerk, waarbij pater Dewijn, dominicaan tot gemiddeld 900 toehoorders sprak.
De bevrijding maakte van 1944 het vreugdejaar met tevens een recordaantal leden: 275 DF-ers. Dit jaar bracht vier grote prestaties, o.m. twee opvoeringen van “De Zonen Stendhal” door de wijkmeesters en één voordracht door pater Christ. De Keyser, de eerste overste van de Franciscaanse stichting op Duizend Appels. Inmiddels waren drie wijkmeesters “gegaan” en twee nieuwe “gekomen”, nl. Albert Steven en René van Damme, elk werkzaam in hun eigen wijk. De eerste op Klein-Sinaai en de tweede op Zwaanaarde.